In het dorp zijn de Leonardusmolen en de toren van de Sint Gertrudiskerk de moeite van het bekijken waard.
Door de aanleg van het Julianakanaal (1925-1934) ontwikkelde Maasbracht zich tot een van de grootste binnenhavens van Nederland. In de haven is een drielingsluis (3 sluizen naast elkaar) met het grootste verval van Nederland (11,85 meter).
Maasbracht heeft altijd een bijzondere relatie met de scheepvaart gehad. Uit vondsten uit de prehistorie en de Romeinse tijd blijkt dat hier al vroeg jagers en vissers woonden. In het begin van de 20e eeuw werd de haven vooral gebruikt om steenkolen over te slaan van trein naar schip. Hiervoor was een enorme hijsinstallatie nodig op de oever van de Maas: de Kolentip. De betonnen fundering waarop de ‘Kolentip’ was gebouwd is nu nog steeds te zien. Er is nu een gelijknamig restaurant op gebouwd.